Om kwart voor
negen ‘s ochtends neem ik plaats op één
van de stoelen in de wachtruimte van het treinstation van Dalian, voor de trein
van Dalian naar Dandong. De trein staat gepland om te vertrekken om 9.37 uur.
Mijn vrouw is meegekomen om mij uit te zwaaien en ervoor te zorgen dat ik de
juiste trein neem. Ze wijst me de juiste ingang aan voor de trein aan en
spreekt me nog eens toe dat ik voorzichtig moet zijn met mijn geld en dat ik me
moet gedragen. Ik beloof dit en kus mijn vrouw gedag en zie haar verdwijnen op
weg naar de kledingmarkt naast het treinstation.
|
Interieur trein Dalian - Dandong |
Rond twintig over
negen zie ik de Chinezen om mij heen opstaan. Het is tijd om aan boord van
trein K7339 te gaan. Ik laat mijn treinkaartje zien aan de treinbeambte en mag
doorlopen via een trap naar het perron beneden. Op het perron laat ik mijn treinkaartje
nogmaals zien en word ik doorverwezen in gebaar naar een wagon verderop. Een
oude logge trein staat op mij te wachten. Ik klim aan boord en hoor tientallen
Chinezen door elkaar heen praten. Ik wandel rustig naar mijn plaats toe. Mijn
schoonvader heeft voor mij een ‘hardsleeper’ geboekt, een twee meter lange
houten plank met een dun matrasje. Boven mij zijn nog twee ‘hardsleepers’
bevestigd en ik vraag me af hoe je op het bovenste bedje comfortabel kan
liggen. Aan mijn rechterzijde bevinden zich eveneens drie bedden boven elkaar.
De Chinezen in mijn compartiment keuvelen wat met elkaar en ik knik vriendelijk
als ze mij aankijken. De trein vertrekt stipt op tijd en over een uur of tien
kom ik aan in Dandong, in het noordoosten van China. Met een express bus kan ik
de tijd halveren, maar mijn wagenziekte is vrij ernstig. Ik verkies daarom een
tweemaal zo lange rit in een trein op een houten plank boven een kortere busrit
met braakneigingen.
De reis naar
Dandong verloopt voorspoedig. Ik slaap wat, lees wat en eet het zelfgebakken
brood, dat mijn schoonmoeder voor mij gemaakt heeft. Voor zo’n twaalf euro is
dit niet eens zo’n hele slechte reis. In de Chinese stad Dandong is het
mogelijk een glimp op te vangen van Noord-Korea. Dandong ligt aan de rivier
Yalu en aan de overzijde van de rivier ligt de Noord-Koreaanse plaats Sinŭiju.
Helaas ben ik niet zo gefortuneerd om een georganiseerde tour van zestienhonder
euro naar Pyongyang vanuit Beijing te kunnen betalen en daarom is een reis naar
Dandong mijn enige optie om zo dicht mogelijk bij het geheimzinnige Noord-Korea
te komen. De trein dendert gestaag voort door het Chinese landschap en stopt zo
nu en dan om meerdere reizigers op te pikken. Om twintig over zeven ’s avonds,
na een reis van zeshonderd kilometer, stopt de trein dan eindelijk in Dandong.
Ik pak mijn rugzak en volg de Chinezen naar de uitgang van het station. Het
begint me te dagen dat ik nu vlakbij Noord-Korea ben en een opgewonden gevoel
maakt zich van mij meester.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten